Wat te doen als snijmais nog onrijp geoogst moet worden..

Wat te doen als snijmais nog onrijp geoogst moet worden..

‘Twijfelachtig of laat gezaaide mais in Noord-Nederland nog rijp wordt’

Deze kop van het gelijknamige artikel in Veeteelt geeft een goede samenvatting van de zorgen over de maisoogst dit jaar.

Eerst wat basisinformatie met betrekking tot het inkuilen van mais:

  • Van maïs die wordt gebruikt voor de productie van kuilvoer van de hele plant (snijmais) bevat de kolf ongeveer 50-55% droge stof (DS).
  • De korrels zijn tussen 55-60% klaar voor de oogst. Bij 60% DS van de korrel kan het puntje van de korrel  lichtjes worden ingedrukt met je vingernagel en is het zwarte puntje nog net niet te zien.
  • Omdat het massaaandeel van de kolf binnen de gehele plant 55-70% kan zijn en de rest van de plant een DS% heeft van 18 – 20%, schommelt het DS% van de gehele plant tussen de 30% en 40%.

‘Kun je het oogsttijdstip voor snijmais op een bepaald moment voorspellen?’

Ja, dat kan:

  1. bepaal het DS% van de gehele plant (bv 25%)
  2. Schat de dagelijkse toename van DS% in de korrel middels:

f = 0,06 bij een gemiddeld goed maisgewas

f = 0,07 als alle bladen nog groen zijn en er voldoende vocht in de bodem aanwezig is

f = 0,05 als een deel van de bladeren verdroogd is en er niet voldoende vocht in de bodem aanwezig is

Dit betekent dat het dagelijkse DS% toename in de korrel 0,84% bedraagt.
De dagelijkse toename in DS% van de gehele plant is hiervan ongeveer de helft: 0,42%

Dit betekent dat in 12 dagen het DS% van de gehele plant van 25% naar 30% (25 + (12 x 0,42)  = 30,05%) gestegen zal zijn en er met de oogst aangevangen kan worden. Bij grote weersveranderingen moet na enkele dagen opnieuw geschat worden.

 

Als de maïs naar verwachting niet rijp zal worden voor kuilvoer, moet met het volgende rekening worden gehouden:

-Het suikergehalte van het kuilvoermateriaal is aanzienlijk hoger door het ontbreken van omzetting in maïszetmeel

Dit betekent dat het suikergehalte in de DS 10-20% bedraagt en het zetmeelgehalte 20-30% in plaats van 35-40%.

-De stoppelhoogte moet minimaal 25-30 cm zijn (boven de spatzone) om hygiënische besmetting te voorkomen

-Een hoog suikergehalte en een laag DS% zijn ideale omstandigheden voor de ontwikkeling van fermentatieproblemen, vooral door enterobacteriën. Deze leiden tot de vorming van azijnzuur en biogene aminen, een toename van de proteolyse en dus hogere NH3-N : totaal N-waarden, de vorming van water door onjuiste fermentatie en dus een verdere verlaging van het DS% met 1-2% .

-Dergelijke kuilvoer heeft een scherpe azijngeur en leidt tot een verminderde voeropname en. Het energieverlies door perssappen en onjuiste fermentatie neemt toe.

-De activiteit van enterobacteriën en andere fermentatieproblemen wordt gestopt door lage pH-waarden (pH < 3,8)

Wat kun je doen:

De toevoeging van BIO-SIL resulteert in een extreem snelle pH-verlaging door melkzuurfermentatie. Dit remt snel fermentatieverstoorders (enterobacteriën en clostridia).

Het met BIO-SIL behandelde kuilvoer heeft een milde geur en een laag gehalte aan NH3-N : totaal N, azijnzuur en biogene aminen. Het wordt goed gevreten!. De normale dosering van 1 g/ton kuilvoermateriaal kan worden aangehouden.

Vergeleken met onbehandeld kuilvoer heeft met BIO-SIL behandeld kuilvoer een 1-2% hoger DS% door het tegengaan van vorming van water tijdens de fermentatie tot azijnzuur, welke met BIO-SIL wordt onderdrukt.

Het met BIO-SIL behandelde kuilvoer heeft een 0,1-0,2 MJ NEL/kg DS hogere energie-inhoud door de vermindering van fermentatieverliezen.

De voeropname wordt verhoogd met 0,5-1,0 kg DS uit silage.
In totaal wordt er, vergeleken met onbehandeld kuilvoer, 1,5-2,0 L melk/koe/dag meer geproduceerd met kuilvoer behandeld met BIO-SIL. Voor groene maïs (geoogst voordat het rijp is) is het positieve effect van de behandeling met BIO-SIL zelfs groter dan voor kuilrijpe maïs.

Voor normale- of of drogere maïs geldt: 0,8-1,0 cm haksellengte; bij grotere stoppellengte of vochtiger mais geldt 1,2-2,0 cm.  De grotere haksellengte, vooral bij vochtige kuilen, vermindert de vorming van perssap en het ‘vermoesen’ bij het aanrijden. Hierdoor is meer gewenste structuur aanwezig voor een betere penswerking.

NB: Het toedienen van middelen met zogenaamde ‘broeiremmers‘ gaat ten koste van een optimale fermentatie zodat daarmee dus voederwaarde verloren gaat.

Tot snel, op cowshopping.nl

telefoon:     +31 (0) 518 432 873
Whatsapp:  +31  (0) 683 333 430

keyboard_arrow_up